De vergeten gast

Het was behaaglijk in de helder verlichte kamer. Overal brandden kaarsen en de kerstboom die midden in de kamer stond, was prachtig opgetuigd met gouden versieringen. De tafel was gedekt met chique tafellinnen en het goede servies was uit de kast gehaald.
De gasten lachten, hun ogen glansden. Er werden grappen gemaakt en anekdotes verteld. Eén stoel was echter leeg gebleven, maar niemand leek zich te herinneren voor wie deze was bedoeld.

Diep in het bos klonk er een zacht snikken. Een klein, onooglijk mannetje zat bij een vuurtje en huilde: “Niemand weet, niemand weet, dat ik Repelsteeltje heet.”